Romulus & Remus
De stad Rome zit vol verhalen. Elke steen vertelt een nieuw verhaal, op elke straathoek begint een nieuwe episode. Het mooiste verhaal is echter het verhaal over de stichting van Rome.
Volgens een legende is de stad namelijk gesticht door Romulus, op 21 april 753 voor Christus. Romulus was een van de tweelingbroertjes die in een mandje over de Tiber naar de kant waren gedreven, waar ze werden gevonden door een wolvin. Deze wolvin voedde de twee jongetjes op tot ze werden gevonden door een herder die hen onder zijn hoede nam.
Romulus en Remus, zoals de jongetjes heetten, groeiden op tot grote, sterke mannen. Toen ze volwassen waren, gingen ze terug naar de Tiber, waar ze ooit aan land spoelden. Hier wilden ze een stad stichten. Maar waar zou die stad precies moeten liggen? Wie zou de stad zijn naam mogen geven? En wie zou er over de stad heersen?
Om dit te kunnen vaststellen, besloten de broers te vertrouwen op een teken van de goden. Ze gingen beiden op een heuvel staan, in de hoop dat de goden zouden laten weten waar de stad zou moeten komen en wie de gelukkige heerser zou zijn. Remus zag vanaf zijn heuvel zes gieren overvliegen – volgens hem een teken dat de stad op ‘zijn’ heuvel gebouwd moest worden en dat hij over de stad moest heersen.
Romulus had echter twaalf gieren over zien vliegen, zo liet hij zijn broer weten. Remus geloofde er niets van en vloog zijn broer aan. Het ontaardde in een heftige ruzie, die Remus uiteindelijk met de dood moest bekopen.
Zo werd Romulus heerser over de nieuwe stad, die hij Rome doopte. Hij kroonde zichzelf tot de eerste koning van Rome.
Andere verhalen
Overigens is het verhaal dat archeologen over het ontstaan van Rome schetsen heel anders. Volgens hen waren er al in de tiende eeuw voor Christus kleine nederzettingen op de Palatijn en de Esquilijn. In de achtste eeuw werd een derde heuvel bewoond, namelijk de Celio. Rond die tijd zou er op de Palatijn voor het eerst een soort verdedigingsmuur zijn opgetrokken.
In de zesde eeuw voor Christus werden deze nederzettingen veroverd door de Etrusken, die de leefgemeenschappen op de drie verschillende heuvels samen smeedden tot een kleine stad. Het moeras aan de voet van de Palatijn werd drooggelegd en ingericht als centrum, terwijl op het Capitool een soort fort verrees.
De voor Rome kenmerkende zeven heuvels maakten in de vierde eeuw voor Christus allemaal deel uit van deze stad. Er werd een muur om de stad heen gebouwd en langzamerhand nam de stad zowel in omvang als in aanzien toe.
Capitool
De eer wat betreft de eerste echte tekenen van het ontstaan van de stad Rome gaat naar het Capitool, in het Italiaans aangeduid als Capitolino of Campidoglio. Hier ligt sinds de vroegste Romeinse tijd de Tempel van Jupiter, waarvan nu slechts de fundamenten resten. Deze tempel op het Capitool, waarvan we de restanten nog kunnen zien in de Capitolijnse Musea, was niet zomaar een tempel. De laatste koning van Rome, Tarquinius Superbus, liet op deze plek een grote tempel bouwen, die aan drie goden gewijd was: Jupiter, Juno en Minerva, ook wel de Trias Capitolina genoemd.
Volgens de legende werd de tempel voltooid in hetzelfde jaar (509 v.Chr.) waarin, onder leiding van de aristocraat Lucius Junius Brutus, een opstand uitbrak die uiteindelijk resulteerde in het ontstaan van de republiek Rome: de koning werd ingeruild voor een nieuwe staatsvorm onder leiding van consuls, senatoren en volksvergaderingen.