Keizerlijk Rome
Het Romeinse rijk werd zo groot, dat de bestuursvorm van de republiek niet meer voldeed. Er moest een nieuwe manier van regeren komen, maar terug naar een koninkrijk wilde men niet meer. Uiteindelijk werd in 27 voor Christus de eerste keizer aangesteld: Gaius Octavius, bij ons beter bekend als keizer Augustus.
Het woord ‘keizer’ is overigens bijna letterlijk afgeleid van de naam Caesar – hoewel Julius Caesar nooit keizer van Rome was. De c werd door de Romeinen namelijk als k uitgesproken en de lettercombinatie ae als ai – ziehier keizer. Maar dat terzijde, terug naar de Romeinse keizers.
Veel namen van Romeinse keizers duiken nog regelmatig op als je door Rome wandelt: Caracalla, Nero, Domitianus, Trajanus, Hadrianus… Het voert te ver ze hier allemaal op te noemen, maar dat ze hun sporen in de stad hebben achtergelaten is meer dan duidelijk.
Tijdens de eerste jaren van het keizerrijk groeide het Romeinse rijk nog steeds. Onder de heerschappij van keizer Trajanus (98-117) was het rijk het grootst. Het reikte toen onder andere tot ver in Groot-Brittannië en Nederland in het noorden, tot in Iran in het oosten en tot Mauritanië in het zuiden.
De druk op de grenzen nam echter steeds meer toe, en ook de strijd om de troonopvolging zorgde ervoor dat het rijk meer en meer verzwakte. Tel daar de uitbraak van een pestepidemie bij op en het resultaat mag duidelijk zijn: het Romeinse rijk leek ten dode opgeschreven. Er moest ingegrepen worden, maar hoe?
Het rijk was onder keizer Diocletianus al in twee delen gesplitst: een oostelijke en een westelijke helft, elk met een eigen keizer. In 330 was de situatie in Rome zo onhoudbaar geworden, dat keizer Constantijn de Grote de hoofdstad liet voor wat het was en Byzantium tot nieuwe hoofdstad van het Romeinse rijk maakte. De stad werd even omgedoopt tot Nova Roma (Nieuw Rome), maar werd al snel naar de geliefde keizer genoemd: Constantinopel.
Deze verhuizing van hoofdstad had grote gevolgen. Rome verzwakte nog meer en het Romeinse rijk viel definitief uiteen. In 395 werd Rome de hoofdstad van het West-Romeinse Rijk, terwijl Constantinopel de hoofdstad van het Oost-Romeinse Rijk werd. Dat de situatie in het westen instabiel was, wordt alleen al duidelijk uit het feit dat het rijk regelmatig van hoofdstad wisselde. Na Rome werden ook Milaan, Trier en Ravenna even aangewezen als hoofdstad. De roem van Rome leek voorbij…