Renaissance
Vanaf circa 1450 komt Rome weer tot bloei. De stad wordt letterlijk opnieuw geboren en rijst op uit zijn as. De pausen stimuleren het ontwerpen en neerzetten van veel nieuwe palazzi en ook wetenschap en filosofie bloeien weer op. Deze ontwikkelingen komen nog eens in een stroomversnelling als de leden van de rijke families De’ Medici en Borgia op het pauselijk pluche plaatsnemen.
Want eerlijk is eerlijk: zonder Florence zou de renaissance er niet zijn geweest. Ook niet in Rome. Veel kunstenaars uit Florence reizen af naar Rome om een of meer opdrachten voor een of meerdere pausen te voltooien.
Michelangelo, Botticelli, Ghirlandaio… ze komen allemaal uit Florence, waar de kunst al tot een enorme bloei is gekomen. Ze zoeken hun heil onder de vleugels van de pausen, omdat dat nu eenmaal de opdrachten met de meeste eer en het meeste geld oplevert.
In de stad zijn nog steeds veel hoogtepunten uit de renaissance te zien. Een van de eerste bouwwerken die tijdens de renaissance in Rome werd gerealiseerd is het tempeltje van Bramante, il Tempietto, bij de San Pietro in Montorio (Trastevere). Ook een groot deel van Vaticaanstad werd tijdens de renaissance voltooid of vervolmaakt, waaronder de Sixtijnse Kapel.
De stad zal echter nog uitbundiger groeien en bloeien ten tijde van de Barok, met bouwmeesters als Bernini en Borromini die de stad een groot deel van het huidige aanzien hebben gegeven.