Het oude ghetto
Het oude Joodse ghetto in Rome ligt een beetje verscholen, ingeklemd tussen het Capitool, de Tiber en de levendige straten rondom het Campo de’ Fiori. Een in gedachten verzonken voorbijganger, die geen aandacht schenkt aan de uithangborden (waarop koosjere gerechten worden aangeprezen), zou misschien niet eens opmerken dat hij in een wel heel bijzonder gedeelte van Rome rondwandelt.
Al wandelend door de smalle straatjes van het voormalige getto, verbaasde de redactie van Rome-Nu zich over de grote hoeveelheid (katholieke) kerkjes in deze buurt. De eigenaar van een koffiebarretje wist ons te vertellen dat paus Paulus IV verantwoordelijk is geweest voor het ontstaan van het getto en voor de bouw van de vele kerkjes binnen deze buurt. Voor 1500 woonden de meeste joden op de linkeroever van de Tiber, in Trastevere. Tijdens de contrareformatie dwong paus Paulus IV de joden te verhuizen naar een getto op de andere oever.
Paus
Ook de regels voor de joden werden onder het bewind van Paulus IV veel strenger. Zo bleven de toegangspoorten van zonsondergang tot zonsopgang gesloten en mochten de joden alleen nog handel drijven in schroot en vodden. Ook moesten de joden zich bekeren tot het katholieke geloof en wekelijks de mis bijwonen, vandaar het relatief grote aantal katholieke kerkjes in deze, nog steeds overwegend joodse, wijk.
In 1848 werd het getto door paus Pius IX weer geopend. Het duurde echter nog tot 1870, het jaar waarin de kerkstaat werd ingelijfd in het nieuwe Italiaanse koninkrijk, voordat de joden volledige burgerrechten kregen. Pas vanaf dat moment mochten ze zich ook buiten het getto vestigen. Heel wat families bleven echter trouw aan hun buurt, waardoor het karakter van het getto lange tijd onveranderd bleef. Tijdens de opkomst van het fascisme werden de joden wederom uitgesloten van het openbare leven. Nadat Italië in oktober 1943 in handen van de Duitsers was gevallen, werden de anti-joodse maatregelen nog strenger. Tot aan het einde van de oorlog werden ruim 2000 joden naar Duitsland gedeporteerd. Slechts vijftien mannen en één vrouw keerden terug.
Schildpaddenfontein
Toch geeft het huidige getto geen trieste aanblik. Sterker nog, een van de mooiste fonteinen van heel Rome staat op een pleintje in het getto. Midden op het Piazza Mattei prijkt de Fontana delle Tartarughe, oftewel de Schildpaddenfontein. Vier gespierde jongemannen, gezeten op vier dolfijnen, geven vier schildpadjes een zetje, zodat ze over de rand van het bassin heen naar het water kunnen kruipen. Lees meer over de geschiedenis van de fontein, en van het dichtgemetselde raam van het palazzo aan een van de zijden van het pleintje.
Aan het Piazza Mattei vind je nog meer overblijfselen van de macht van de Mattei-familie. Zo herbergt een van de palazzi het Italiaans instituut voor Amerikanistiek. Als de poort open staat, moet je zeker even een blik werpen op de binnenplaats, verfraaid met de mooiste sarcofagen, bustes en enorme beelden. Om hun rijkdom aan buitenstaanders te tonen, metselde de Mattei een groot aantal kostbare antiquiteiten in de muren van hun palazzi. De tijd heeft dan wel de macht van de Mattei doen verdampen, hun kunstwerken staan er nog altijd even glorieus bij.
Aan de andere zijde van het pleintje vind je Bartaruga, een heerlijk mysterieus adresje met een inrichting in oosterse sferen, waar je aan het einde van de middag een lekker glas wijn kunt drinken.
Aan het begin van de Via di Portico d'Ottavia vind je de restanten van de oude poort die toegang gaf tot het getto, de Portico d'Ottavia. In deze straat vind je nu veel joodse bakkerijen en restaurantjes te vinden, zoals Da Giggetto en Sor Lella. Hier moet je tijdens een bezoek aan Rome minstens één keer de specialiteit van de joodse keuken in Rome proeven, de carciofi alla giudia (artisjokken op joodse wijze).
In het getto vind je ook de synagoge, waarin het museum Museo Ebraico di Roma is gevestigd dat de geschiedenis van de joodse gemeenschap in Rome tot leven brengt.